EN10054 Evaluatie werkhoudingen en bewegingen

EN 1005-4 Houdingen

De Europese norm, EN 1005-4 (2009) beoordeelt de houding waarin iemand werkt. Houding is de meest zichtbare risicofactor van ergonomie, maar de norm gaat uit van objectieve gewrichtshoeken. EN 1005-4 is bedoeld om de fysieke belasting reeds tijdens het ontwerpproces in te schatten. Houdingen en bewegingen worden immers best geëvalueerd op de tekentafel/CAD-scherm of met echte mensen in een proefopstelling.

Hoe werkt EN 1005-4?

De norm gaat uit van een analyse per gewricht. Vandaag bestaan er snelle en gebruiksvriendelijke methodes om een houdingsanalyse in 3D uit te voeren. Deze meten de verschillende gewrichtshoeken in real time. In de norm worden deze dan gecombineerd met de frequentie (>2x/min) of duur (>4s), wat een risicoscore oplevert volgens het stoplichtmodel. Zo heeft men een éénduidige interpretatie. De recente ontwikkelingen in 3D houdingsanalyse plaatsen de EN 1005-4 norm terug op de voorgrond. Tegelijk worden ook de beperkingen duidelijk.

EN 1005-4 risicoscores

Houdingen meten

Een voordeel van de norm is dat deze uitgaat van objectieve gewrichtshoeken. De meest nauwkeurige manier om gewrichtshoeken te meten, is met markers of sensoren. Er is wel een uniforme manier van meten belangrijk om de gemeten data te kunnen interpreteren. In de literatuur kan men onderstaande meetmethodes vinden, die ook door de norm gevolgd worden.

Voor de buiging van de romp dient men de lijn te bepalen tussen de trochanter (heupkop) en C7 (zevende nekwervel). Voor de meting calibreert men de houding in rust. De hoek met de verticale is dan bijvoorbeeld 5°. Vervolgens gaat de medewerker aan het werk en meet men de gewrichtshoek tijdens het bewegen. Deze drukt men steeds uit ten opzichte van de rusthouding. Een gemeten romphoek van 45° geeft in dit voorbeeld dus een rompbuiging van 40°. 

Voor de gewrichtshoek in de schouder neemt men de lijn tussen schouder en elleboog. Voor de nek is dat een lijn tussen de zevende halswervel en het oor. De hoofdhoek is dan weer op basis van een lijn tussen oor en ooghoek.

Grenswaarden

EN 1005-4 geeft een interpretatie van de gemeten gewrichtshoek in functie van de frequentie en duur. Een sterke buiging in de rug die meer dan 2x per minuut voorkomt, is bijvoorbeeld niet aanvaardbaar. Een schouderbuiging tot 60° aan een lage frequentie (<2x/min) is dan wel weer aanvaardbaar. Dat lijkt duidelijk, maar is in de praktijk echter niet altijd het geval.

De interpretatie van EN 1005-4 gaat steeds over 8 uur zonder verdere verfijning. Hetzelfde geldt voor de frequentie waar boven 2x per minuut geen onderscheid meer is. Een meer nauwkeurige interpretatie van houdingsdata, vindt men het handboek Human Factors en Ergonomie. Daar staan ook meerdere frequenties vermeld.

Verfijnde interpretatie van houdingsdata (.pdf)

Ook zijn de ranges per gewricht soms heel streng, met name de hoofdpositie en houding van de handen. Men komt spontaan al zeer snel in zogezegd onaanvaardbare gewrichtshoeken.

Voorbeeld

Tijdens het orderpicken van goederen met de pallet op de grond, dient men voor de onderste producten de romp sterk te buigen (>60°). Wanneer de transpallet dan ook nog eens niet in hoogte regelbaar is, dient men daar ook onderaan te werken met een rugbuiging van meer dan 60°. Als dat op dagbasis gemiddeld meer dan 2 keer per minuut is, is dat niet aanvaardbaar. Door met een hoogteverstelbare transpallet te werken, zullen deze extreme reeds sterk minderen.

Aan een assemblagelijn worden de onderdelen aangeboden voor en boven het werkvlak. Het nemen van de onderdelen vraagt dus het reiken vanuit de schouders. Doorgaans is de buiging in de schouder tussen de 20 en 60°. Wanneer dat meer dan twee keer per minuut gebeurt, is dit aanvaardbaar op voorwaarde dat het niet meer dan 10 keer per minuut is.


* Houdingsanalyse
3D houdingsanalyse3D motion capturingScalefitbewegingsanalysebiomechanisch model

* Normen industrie:
EN1005-2 tillenEN1005-3 krachtEN1005-4 houdingEN1005-5 repetitiefEN14404
ISO11228-1 tillenISO11228-2 repetitiefISO11228-3 repetitief  – ISO11226 statisch