De Europese norm voor daglicht in gebouwen, EN17037 (2019), geeft kwantitatieve en kwalitatieve grenzen om het comfort van de bewoners van een gebouw te verzekeren. Het hoofddoel van de EN 17037 is richtlijnen aan ontwerpers te geven om een goede subjectieve beleving van binnenverlichting te creëren door middel van daglicht.
Hoeveelheid daglicht
De EN17037 omschrijft minimum aanbevelingen voor de hoeveelheid daglicht. Er worden drie prestatieniveaus gedefinieerd waarvoor specifieke aanbevelingen gelden: laag, gemiddeld en hoog. De minimum verlichtingssterkte moet minstens de helft van de daglichturen gerealiseerd worden voor respectievelijk 50% of 95% van de ruimte.
Voorbeeld. Voor een gemiddeld prestatieniveau dient er minimum 500 Lux te zijn op 50% van de oppervlakte en minimum 300 Lux op 95% van de oppervlakte.
Er worden twee berekeningsmethodes beschreven om de hoeveelheid daglicht te bepalen. De eerste methode berekent een daglichtfactor en de tweede gaat uit van de jaarlijkse verlichting op een specifieke locatie. Er worden ook controlemethodes voorgesteld om de berekeningen te verifiëren: een simulatie of metingen ter plekke.
Kwaliteit daglicht
Naast de hoeveelheid daglicht worden ook aanbevelingen gegeven voor drie kwalitatieve parameters:
- Beschermen tegen verblinding
- Blootstelling zonlicht
- Bepalen zicht naar buiten
Beschermen tegen verblinding
Om het risico op verblinding door daglicht te verminderen is zonnewering aanbevolen. De graad van bescherming wordt uitgedrukt in DGP, Daylight Glare Probability. De waarschijnlijkheid van verblinding door daglicht mag niet meer dan 5% van de tijd zijn dat een ruimte bezet is. Lichtprogramma’s helpen bij deze berekening.
Blootstelling aan zonlicht
Blootstelling aan zonlicht geldt voor bewoonbare ruimtes zoals een woning, ziekenhuiskamer of speelzalen in de kraamafdeling. Deze blootstelling is belangrijk voor het welzijn van de mensen. In functie van de vereiste prestatie zou er een voldoende aantal uren zonlicht in de ruimte moeten allen op een bepaalde dag. De referentie dag is 21 maart in het midden van het venster op ooghoogte (1m20). Bij een gemiddeld prestatieniveau is dat bijvoorbeeld 3 uur.
Zicht naar buiten
De EN 17037 drukt ook op het belang van zicht naar buiten. Dit verzekert een connectie met de omgeving en vermindert visuele en mentale vermoeidheid door vele uren binnen te zitten. De kwaliteit van het uitzicht is gebaseerd op volgende criteria: grootte van het raam, horizontale hoek, afstand van raam tot dichtstbijzijnde obstakel buiten, minimum aantal componenten van het zicht (lucht, stad, landschap, grond).
Om dit te realiseren dient de breedte van de ramen opgeteld groter te zijn dan de halve diepte van de ruimte. Vensters zijn minimum 1m breed en 1m25 hoog.
Ambitieuze norm
De eerste metingen om aan de norm te beantwoorden, maken duidelijk dat de aanbevelingen ambitieus zijn. De norm is dus goed nieuws voor wie bezig is met het ontwerpen van gebouwen. Daglicht wordt aangemoedigd door deze norm, wat essentieel is voor de gezondheid en het welzijn van de mensen.
Sommige aanbevelingen van de EN 17037 zijn reeds geïntegreerd in lichtsimulatieprogramma’s zoals Dialux. Ook de criteria van de Europese norm, EN12464, rond verlichting voor werkplekken binnen, zijn hierin reeds opgenomen. Deze norm beschrijft de eisen voor visueel comfort en prestatie. Hoewel daglicht wordt aanbevolen, maakt deze norm geen onderscheid tussen dag- en kunstlicht.
* Normen kantoor:
EN1335 bureaustoel – EN527 bureautafel – EN17037 daglicht – Codex beeldschermen
EN12464 verlichting – ISO7730 thermisch comfort – ISO22955 akoestiek
NEN1824 kantooroppervlakte – NPR1813 kantoormeubelen – NPR3484 geluidshinder
* Verlichting
verlichting kantoor – daglicht – verlichting thuiswerkplek – human centric lighting