De werkgroep kantoor van de ergonomievereniging VerV, heeft een consensus bereikt over vier principes van kantoorinrichting. De praktijkrichtlijn kantoorinrichting stelt een gezonde medewerker in een gezond kantoor centraal.
VerV praktijkrichtlijn Kantoorinrichting (.pdf)
1. Verstelbare werkplek
Elke medewerker heeft recht op een verstelbare werkplek. Dit betekent een verstelbare bureaustoel en een in hoogte regelbare werktafel. Zo is voor iedereen een goede zithouding mogelijk. De praktijkrichtlijn gaat nog een stap verder. Elke medewerker zou de keuze moeten hebben tussen zittend en staand werken. Het zitten moet regelmatig afgewisseld kunnen worden met staan en bewegen. Dat komt neer op een zit-sta tafel als standaard zodat men nog efficiënt kan werken.
Om dit principe te realiseren, wordt naar verschillende normen verwezen. Deze kunnen als basis dienen bij de aankoop van kantoormeubilair. Een stoel dient verstelbaar te zijn tussen 40 en 55cm hoog en beantwoordt daarmee aan de norm NPR1813. Een zit-sta tafel dient minimum in hoogte regelbaar te zijn tussen 65 en 125cm volgens de Europese norm, EN527.
2. Geconcentreerd werken
Individueel geconcentreerd werk moet steeds in een stille zone kunnen gebeuren. Geluid is de grootste bron van afleiding wanneer meerdere mensen samen in een ruimte werken. De praktijkrichtlijn kantoorinrichting definieert daarom vier types van werkzones in functie van het soort werk dat er gebeurt. Taken die concentratie vereisen, dienen te gebeuren in een ruimte met een geluidsniveau van minder dan 35dB, waarin telefonie en overleg niet toegestaan zijn
3. Recht op eigen werkplek
Elke medewerker die minimaal vier dagen per week op dezelfde locatie werkt, heeft recht op een eigen werkplek. Mensen hebben graag hun eigen stek: aan tafel, in de zetel en ook op kantoor. In functie van het mobiele profiel van de medewerker kan voor een vaste werkplek met privacy of een flexwerkplek gekozen worden
4. Bewegen op kantoor
Wisselwerken betekent dat het zitten afgewisseld wordt met staan en bewegen. Elke medewerker moet 45 minuten per dag kunnen bewegen tijdens de werkuren. Naast een zit-sta tafel worden ook dynamische werkvormen voorgesteld zoals bureaufiets, wandelbureaus of dynamische krukken. Daarvoor wordt een “dynamics ratio” gedefinieerd van 1/8. Voor elke 8 basiswerkplek dient een dynamisch alternatief aanwezig te zijn.
Daarnaast dient de ruimte omgeving beweging doorheen de dag te stimuleren. Een zichtbare en aantrekkelijke trappenhal stimuleert het gebruik van trappen, een wandelpad laat wandelend vergaderen toe. Een centrale printer en koffiecorner zet mensen onbewust aan tot extra stappen, door de vuilbak aan de deur te plaatsen, zal men ook steeds even moeten rechtstaan…