Wat doet PTAI?
PTAI staat voor Patient Transfer Assessment Instrument. Deze methode werd in Finland ontwikkeld om te voldoen aan de wettelijke verplichting om het verplaatsen van patiënten te beoordelen. Het is een risicoanalyse op individueel niveau omdat één werknemer in detail gevolgd wordt bij het uitvoeren van een specifieke transfer.
Hoe werkt PTAI?
De PTAI bestaat uit een checklist met 15 items. De eerste 9 items worden door de ergonoom geëvalueerd na een observatie van de transfer. De laatste 6 items worden beantwoord door de verzorgende in een interview. Bij de evaluatie van meerdere transfers, worden telkens de eerste 9 items opnieuw gescoord:
- Werkomstandigheden
- Werkomgeving en schoeisel
- Tilliften
- Kleine hulpmiddelen
- Afstand en hoogte transfer
- Bovenste ledematen en romp
- Lage rug
- Onderste ledematen
- Vaardigheid techniek en vlotheid
— - Opleiding werkhoudingen
- Opleiding gebruik hulpmiddelen
- Organisatie van het werk
- Mentale belasting
- Fysieke belasting
- Frequentie
Elk item wordt nog verder onderverdeeld in drie criteria of deelvragen. Wanneer deze drie criteria positief worden beantwoord, dan is het item in orde. Scoort men één of twee deelvragen positief, dan is het item deels in orde. Bij drie negatieve vragen is het item uiteraard niet in orde.
Load Index
De totale risicoscore wordt berekend door een gewogen gemiddelde te maken op basis van de positieve scores op de items:
IO3: aantal items met drie criteria in orde: x1
IO2: aantal items met één/twee criteria in orde: x0,67
IO1: aantal items met nul criteria in orde: x 0,33
INDEX = [ IO3 + (0,67 x IO2) + (0,33 IO1) / aantal items beantwoord ] x 100
Niet alle items worden elke keer beantwoord. Wanneer tilliften (item3) worden gebruikt bij een transfer, dan vallen bijvoorbeeld items 4 en 5 rond de kleine hulpmiddelen en werkhoogtes weg.
De drie criteria per item
- Werkomstandigheden
Temperatuur: max. 23°C (max. 26°C voor halfzwaar werk)
Tocht: geen zichtbare luchtstroom, luchtvochtigheid 20-60%
Verlichting: voldoende, geen schaduw, contrast of verblinding - Werkomgeving en schoenen
Voldoende ruimte: kijk vooral naar toilet, douche en deur
Geschiktheid: aanpasbaarheid werkhoogte, bvb bed
Staat vloer en schoenen: goede wrijving - Tilliften
Aanwezig
Geschikt: tillift wordt gebruikt of is niet nodig
Correct gebruik: veilig of is niet nodig - Kleine hulpmiddelen
Aanwezig
Geschikt
Correct gebruik / nvt - Afstand en hoogte transfer
Niet stappen
Tussen knie- en ellebooghoogte
Niet reiken - Bovenste ledematen en romp
Geheven armen: dragen duurt slechts enkele seconden
Elleboog en schouders: tijdens dragen dicht tegen lichaam en laag
Pols en vingers: niet gebogen en zonder knijpen - Lage rug
Buiging: minder dan 45°
Draaiing: minder dan 15°
Lichaamscontrole: geen bolle rug of wringen - Onderste ledematen
Spierkracht: spreidstand voeten, lichaamsgewicht gebruiken
Stand knie-voet: knie boven voet
Niet hurken of knielen - Vaardigheid technieken en vlotheid
Begeleiden / faciliteren
Goede greep
Vaardigheid techniek - Opleiding werkhoudingen
Uitleg rond werkplaats en houding/beweging
Opleiding transfers voorbije 2 jaar
Beheersing goede houding tijdens transfer - Opleiding gebruik hulpmiddelen
Uitleg rond gebruik hulpmiddelen
Afspraken rond herstel en onderhoud uitrusting
Kennis gebruikswijze hulpmiddelen - Organisatie van het werk
Gebeuren pauzes zoals vooraf gepland?
Hulp beschikbaar indien nodig?
Kan je werk onderbreken voor korte herstelpauze? - Mentale belasting
Zijn transfers gepland?
Gebeuren transfers meestal zonder haast?
Is er meer dan één werknemer per shift - Fysieke belasting
Zijn transfers licht of redelijk licht?
De transfers zijn zwaar of redelijk zwaar?
Zijn de transfers heel zwaar? - Frequentie
Minder dan 6 transfers per dag (>15kg zelf kracht leveren)
Tussen 6 en 12 transfers per dag
Meer dan 12 transfers per dag
* Verplaatsen personen: ISO 112296 – MAPO – Tilthermometer – PTAI – Dortmunder – beleid