Tilthermometer

Tilthermometer

De Tilthermometer brengt het risico “verplaatsen van mensen” in de zorg in kaart. Deze Nederlandse methode vertrekt van praktijkrichtlijnen die op nationaal niveau zijn goedgekeurd en door de inspectie worden opgevolgd. Hieruit volgen dan welke hulpmiddelen vereist zijn bij een transfer in functie van de zorgvrager zelf nog kan. De Tilthermometer beoordeelt vervolgens of men de gepaste hulpmiddelen gebruikt. Dat bepaalt immers de zorgzwaarte.

Tilthermometer online

Mobiliteitsklassen

Mobiliteitsklassen delen de zorgvragers in op basis van van wat ze allemaal zelf nog kunnen. Het huidige model, MK5, hanteert vijf mobiliteitsklassen. Deze evolueren van A naar E ofwel van de volledige actieve patiënt (A) naar de volledig passieve patiënt (E).

  • A: volledig actief
  • B: actief, kan met hulpmiddel zichzelf verplaatsen
  • C: half passief, hulp nodig bij verplaatsingen, maar heeft nog zitbalans
  • D: half passief, hulp nodig bij verplaatsingen en heeft geen zitbalans
  • E: volledig passieve patiënt

Indeling mobiliteitsklassen (.pdf)

Praktijkrichtlijnen

De praktijkrichtlijnen vertrekken van biomechanische grenswaarden. Deze heeft men vervolgens naar een praktische betekenis bij het verplaatsen van mensen. De richtlijn van maximaal 25 kg trekken met twee handen bijvoorbeeld, betekent dat vanaf mobiliteitsklasse C steeds een glijzeil nodig is bij verplaatsingen in bed (hogerop in bed, wentelen, wisselligging).

  • Transfers binnen bed: vanaf klasse C steeds glijzeil nodig
  • Transfers van bed naar zit: klasse C actieve tillift, klasse D en E passieve tillift
  • Steunkous aandoen: steeds steunkousslide
  • Zittend begeleiden (vb. eten geven): hoog-laag zitvoorziening
  • Zittend wassen/douchen: hoog-laag douchestoel
  • Baden: hoog-laag bad

Praktijkrichtlijnen zorg (.pdf)
Praktijkrichtlijnen ziekenhuis (.pdf)

Tilthermometer

De Tilthermometer is een evaluatietool op afdelingsniveau. De methode toetst af in welke mate de men de parktijkrichtlijnen toepast. Het gaat hem niet zozeer of de nodige hulpmiddelen er zijn, dan wel of ze effectief goed gebruikt worden.

Men deelt eerst het aantal patiënten van een afdeling afdeling in per mobiliteitsklasse. Die bepaalt voor elke transfer welke hulpmiddelen men dient in te zetten. Vervolgens bevraagt en scoort men voor hoeveel % van de patiënten in een bepaalde mobiliteitsklasse dit correct gebeurt. Dit herhaalt men voor elke type transfer.

De Tilthermometer is online beschikbaar en begeleidt de gebruiker door de verschillende stappen of transfers. Het eindresultaat is een grafiek die per transfer aangeeft of men het gepaste hulpmiddel wel of niet gebruikt. De rode balken duiden aan waar de vereiste hulpmiddelen niet gebruikt worden. Dit kan ook zijn omdat ze er niet zijn. De Tilthermometer maakt de zwakke punten van een afdeling in één oogopslag duidelijk. De tabel communiceert eenvoudig en zet aan tot interventie. 

Tilthermometer online

 

Resultaten Tilthermometer

Lees ook:
BeleidsspiegelTilthermometerVerV praktijkrichtlijnglijzeilhulpmiddelentechnieken