Ergonomiebeleid in de zorg

Zorgverleners trachten steeds zo goed mogelijk zorg te verlenen aan anderen. Een ergonomiebeleid in de zorg stelt de zorgverleners zelf centraal om hen zonder zorgen te laten werken. Centrale figuren in zo’n beleid zijn een werkgroep ergonomie (aankoop/ontwerp) en de groep referentieverpleegkundigen of ergocoaches (instructies). De ergonoom is steeds betrokken partij en stuurt het beleid aan vanuit een risicoanalyse ergonomie.

 Onderdelen van een ergonomiebeleidFilmpjes verplaatsingstechnieken
E-learnings zorg
Transferprotocol
Tilthermometer
MAPO index
Ontwerp: plafondlift
Aankoop ziekenhuisbed
Aankoop glijzeilen
Aankoop hulpmiddelen

Aankoop en ontwerp

Een werkgroep ergonomie in een ziekenhuis is samengesteld uit verschillende partijen: directie, preventie, ergocoaches, technische diensten,.. Enerzijds is deze groep het aanspreekpunt om de noden en behoeften van het werkveld kenbaar te maken. Anderzijds is het een taak van deze groep om advies te geven bij ontwerp, nieuwbouw of aankoop van materialen.

De aankoop van nieuwe hulpmiddelen gaat best steeds gepaard met een testfase. Enkele modellen wordt eerst uitgeprobeerd, waarna de ergonoom zijn besluit overmaakt aan de groep. Vertegenwoordiging van de directie is belangrijk om tot goede beslissingen te komen.

Risicoanalyse ergonomie

De werkgroep ergonomie selecteert ook de werkposten die in aanmerking komen voor een risicoanalyse ergonomie. De fysieke belasting van het verpleegkundige personeel en de technische diensten dient opgevolgd te worden. Omdat niet alle taken binnen één jaar kunnen bekeken worden, wordt dit verdeeld zodat minstens elke vijf jaar een taak toch in beeld komt. Een risicoanalyse kan ook reactief gebeuren op basis van de ziekteverzuimcijfers, individuele klachten bij arbeidsgeneesheer of melding aan de werkgroep.

In een ziekenhuis komen verschillende ergonomische risico’s voor. Het meest uitgesproken is uiteraard het verplaatsen van patiënten. Dit valt onder manueel hanteren van lasten, waardoor een risicoanalyse verplicht is. Er bestaan specifieke methodes zoals de Tilthermometer of de MAPO index om deze uit te voeren. De ISO/TR 12296 norm beschrijft uitvoerig de verschillende methodes en de aanpak. De andere risico’s zoals tillen, trekken en duwen, houding, enz… kunnen met bestaande methodes geëvalueerd worden zoals in de industrie gebeurt.

Instructie ergonomie

Ondanks goede hulpmiddelen blijft een goede werktechniek nog steeds belangrijk in de zorg. In verschillende opleidingen verpleegkunde komt dit aan bod, maar nog niet op een gestructureerde manier. Daarom worden nieuwe verpleegkundigen best nog eens specifiek opgeleid tijdens hun introductie. Ook bestaande verpleegkundigen moeten geprikkeld blijven om de technieken te blijven toepassen en er een goede gewoonte van te maken. In dit proces speelt de referentieverpleegkundige op de afdeling een belangrijke stimulerende en motiverende rol.

De referentieverpleegkundige fungeert op de afdeling als aanspreekpunt voor fysieke belasting. Opmerkingen kunnen doorgegeven worden aan de werkgroep ergonomie om te komen tot oplossingen. De referentieverpleegkundige kan ook opleidingen op maat van de afdeling geven. Voor inhoudelijke ondersteuning kan ze terecht bij de werkgroep ergonomie of de ergonoom. Om de referentiepersonen op de afdeling te ondersteunen worden deze mensen best ook op regelmatige basis samen. Deze momenten bespreken de werking van de afdelingen zodat men kan leren van elkaar. Ze krijgen hierbij ondersteuning vanuit de werkgroep ergonomie

Lees ook: ergonomiecultuurergonomiebeleidergonomiebeleid industrieergonomiebeleid kantoorergonomiebeleid zorg.