Wearables zijn slimme sensoren die men draagt op het lichaam. Deze kan de houding van de medewerker registreren, maar ook feedback geven om de houding te verbeteren. Meestal gebeurt dit onder de vorm van een trilsignaal. Deze overzichtsstudie vond echter dat deze feedback geen duurzaam effect heeft om de houding te verbeteren, laat staan om lichamelijke klachten te verminderen.
Trillende sensoren
De meeste studies gebruiken een trilsignaal om de medewerker feedback te geven over zijn houding. Dat gebeurt meestal op basis van de gewrichtshoek of duur van een houding. Wanneer een medewerker bijvoorbeeld de rug meer dan 25° buigt, dan krijgt deze een trilsignaal. Andere optie is dat een trilling volgt wanneer de medewerker de rug langer dan 5 seconden gebogen houdt. De studies focussen daarbij steeds op één gewricht, vooral de rug.
De feedback is correctief, dat wil zeggen dat bij een foute houding een trilsignaal volgt. Men zou ook positieve feedback kunnen geven om het gewenste motorische patroon te versterken. Dat gebeurt vooralsnog niet.
Labo:
In de labo-onderzoeken voeren de medewerkers een gecontroleerde taak uit, meestal is dat tillen. Tijdens de testperiode waarbij de proefpersonen een trilsignaal krijgen, verbetert de houding doorgaans wel. Het aantal slechte houdingen vermindert 10 tot 50%. Er is dus een positief effect tijdens het dragen van de sensoren. Meteen na de test (tot 4 uur) is dit effect ook blijvend.
Tijdens een follow up op korte en middellange termijn is er nog steeds een betere houding tijdens het uitvoeren van de labotaak. Er is echter geen leereffect naar andere taken toe. Dat wil zeggen dat men enkel de specifieke taak beter uitvoert, maar het geleerde principe niet toepast in nieuwe situaties of bewegingen. Dat verklaart mogelijks waarom het leereffect in wisselende werksituaties eigenlijk onbestaande is.
Werksituatie: geen duurzaam effect
Sensoren in reële werksituaties hebben minder uitgesproken resultaten tijdens de testperiode met trilsignaal. Eén week na de testfase is er echter al geen effect meer te zien van de feedback. De positieve houdingsveranderingen blijken dus niet duurzaam. Na één week, één maand, zes en twaalf maanden doen medewerkers het werk zoals ze het altijd al daarvoor deden.
Feedback via sensoren heeft minder effect bij complexe bewegingen zoals in de werkcontext. Een andere verklaring kan zijn dat ongunstige werkomstandigheden maken dat men gewoon geen goede houding kan aannemen. Feedback kan dan een aanvullende strategie binnen de preventiehiërarchie. Het werk aanpassen aan de mens staat daarbij echter voorop. Het geven van individuele feedback, al dan niet via sensoren, staat eerder onderaan.
Besluit
Met sensoren kan men gedurende lange tijd de houding oefenen in reële werkomstandigheden. Ondanks de bewustwording en houdingsverbetering tijdens de testperiode in labo, blijken de effecten op de werkvloer niet duurzaam te zijn. Het verbeteren van de werkomstandigheden blijft de eerste stap in preventie.
- Tillen: maximum gewicht tillen – oplossingen tillen – tips tillen
