Een transferprotocol is een individueel document per zorgvrager dat de afspraken rond transfers en hulpmiddelen beschrijft. Zo is voor iedereen duidelijk wat de mobiliteit van de zorgvrager is en met welke hulpmiddelen men een transfer best uitvoert in dit specifieke geval. Specifieke aandachtspunten voor de zorgvrager kunnen ook op het transferprotocol vermeld worden.
Waarom transferprotocol invoeren?
Iedereen gelijk
Het voordeel van individuele afspraken is duidelijkheid voor alle zorgverleners. Iedereen voert dan de transfers op eenzelfde manier uit. Wanneer deze afspraken bovendien beantwoorden aan de praktijkrichtlijnen, is men zeker dat de fysieke belasting van de zorgverleners onder controle is. Dit is ook voor de zorgvrager een voordeel. Deze weet immers precies wat hem/haar te wachten staat. Dat brengt rust en is meer comfortabel.
Stimuleert zelfredzaamheid
Naast kwaliteit van de zorg wordt ook de zelfredzaamheid gestimuleerd. Het voor alle zorgverleners duidelijk wat de zorgvrager nog kan. Wanneer de kinesitherapeut de beenkracht verhoogt, wordt dit opgenomen en wordt de passieve tillift vervangen door een actieve tillift. Via het transferprotocol kent iedereen de resterende capaciteit van de zorgvrager voor elke transfer.
Fysieke belasting alle medewerkers
Een transferprotocol houdt niet alleen rekening met de mogelijkheden van de zorgvrager, maar ook met die van de zorgverleners. De 100% fitte medewerker zonder enige lichamelijke klachten is niet de standaard. De afspraken gebeuren dus ook op basis van alle zorgverleners en hun capaciteiten.
Hoe aanpakken?
Op maat ontwikkelen
Een transferprotocol ontwikkelt men best op maat van de zorginstelling. Ze wordt het gedragen door de medewerkers en beantwoordt het aan de specifieke noden of doelstellingen van de afdelingen. Daarom worden transferprotocollen best ook eerst getest. Zo komen verbeteringspunten naar boven of worden extra behoeftes zichtbaar. Ook de input van de zorgvrager is onontbeerlijk.
Ergocoach inzetten
Een centrale rol bij de implementatie van een transferprotocol is de ergocoach. Deze fungeert als aanspreekpunt op de afdeling met extra kennis over ergonomie. Een ergocoach krijgt ook de tijd om de ergonomische principes op de werkvloer tot leven te brengen. Dat is ook nodig voor een transferprotocol.
Een transferprotocol moet simpel zijn zodat iedereen in één oogopslag ziet wat hij moet doen. Daarenboven dient men moet het ook actueel te houden. De functionele capaciteiten van de zorgvrager evolueren immers in de tijd.
Laten leven
Het levend houden van een transferprotocol kan door het te laten aansluiten met het bredere preventiebeleid. In elke scholing of training kan ook de link gemaakt worden met de protocollen. Er is immers steeds een link met decubitus, infectie of incontinentie…
Bron: Knibbe en Knibbe 2015. Transferprotocollen, hoe en wat?