Wat doet de multi NIOSH methode?
Het tillen van lasten in steeds eenzelfde situatie kan men beoordelen met de NIOSH methode. Wanneer er echter meerdere deeltaken zijn in verschillende de omstandigheden (hoogtes, gewichten of afstanden), dan is de multi task NIOSH methode van toepassing. Een typisch voorbeeld is het afstapelen van een pallet. De totale belasting is dan immers groter dan de som van de aparte deeltaken door voorafgaande vermoeidheid.
Multi-task NIOSH calculator (.xlsx)
Composite Lift Index (CLI)
De methode is gebaseerd op een samengestelde lift index (CLI of Composite Lift Index), die de totale belasting uitdrukt. Deze vertrekt van de Lift Index van de meest belastende deeltaak, die vervolgens verhoogd wordt voor elke deeltaak. Deze verhoging voor een specifieke deeltaak wordt bepaald door de eigenlijke tilfrequentie van de taak te vergelijken ten opzichte van de samengestelde frequentie met de voorgaande tiltaak. Dit herhaalt men dan voor elke deeltaak. Op die manier levert de methode nauwkeurige en gedetailleerde informatie op. De procedure is echter wel een stuk ingewikkelder.
Multi-task NIOSH werkblad (.pdf)
Hoe werkt multi NIOSH?
Recommended Weight Limit per taak
Het opmeten en noteren van de taakvariabelen gebeurt op dezelfde manier als een enkelvoudige NIOSH berekening, maar dan voor elke deeltaak apart. Daarna berekent men het aanbevolen maximum gewicht, zonder en met rekening te houden met de frequentiefactor. Dit leidt tot volgende begrippen:
* FIRWL : Frequency Independent Recommended Weight Limit
* STRWL: Single Task Recommended Weight Limit
Om de FIRWL te bepalen, stelt men de frequentiefactor gelijk aan 1. Deze maat drukt de belasting uit van één uitvoering van deze tilbeweging. Bij een gecontroleerd neerzetten moet deze waarde zowel op het begin als op het einde van de tiltaak berekend worden. Bij de STRWL houdt men wel rekening met de frequentiefactor. Deze waarde drukt de belasting van de totale taak uit in de veronderstelling dat dit de enige tilbeweging is.
Lift Index per taak
Op dezelfde manier bepaalt men de Lift Index voor elke deeltaak, zonder en met de frequentie in rekening te brengen:
* FILI : Frequency Independent Lifting Index
* STLI : Single Task Lifting Index
Voor het berekenen van de FILI deelt men het maximum gewicht door de eerder berekende FIRWL. Het maximum gewicht bepaalt immers de maximale biomechanische belasting waaraan het lichaam wordt blootgesteld onafhankelijk de frequentie. Wanneer deze groter is dan 1, is de deeltaak potentieel te belastend voor de werknemers. Bij de STLI deelt men het gemiddelde gewicht door de STRWL. Deze stelt meer de metabole belasting voor gedurende heel de taak. Op basis van deze waarde hernummert men de taken van meer naar minder belastend.
Composite Lift Index
Tot slot dient men nog de samengestelde lift index of composite lift index (CLI) te berekenen. De formule kan men terugvinden op het invulblad. Let wel dat het hier gaat over de hernummerde taken. De samengestelde frequentiefactor wordt bepaald op basis van de som van de vermelde taken.
Uitgewerkt voorbeeld multi NIOSH
In het magazijn van een warenhuis moet de werknemer dozen van verschillende groottes (80, 60 en 40 cm) uit de rekken op een kar plaatsen. De drie dozen (A, B, C) wegen gemiddeld 10, 15 en 5 kg, met als maxima 15, 20 en 10 kg. Het heffen van de lasten gebeurt op verschillende frequenties doorheen de hele dag. De werknemer kan tot dicht tegen de dozen gaan staan om de dozen op te pakken. Hij moet zich hiervoor niet draaien en het wandelen is tot een minimum beperkt.

Ingevuld Multi-task NIOSH werkblad (.pdf)
Uitleg
In stap 1 vult men de taakvariabelen in. Vermits het zwaartepunt zich in het midden van de doos bevindt, neemt men aan dat de werknemer de doos daar vastneemt (zie figuur). De doos met een lengte van 80 cm geeft zo een horizontale positie van 40 cm. Het contact met de dozen is “gewoon”. Er zijn namelijk geen handgrepen voorzien, maar men kan de doos wel met een haakgreep (gebogen vingers) oppakken.
Het berekenen van de vermenigvuldigingsfactoren in stap 2 doet men via de tabellen of automatisch voor het Excel blad. Voor FIRWL neemt men de frequentiefactor niet in rekening, dus deze is gelijk aan 1. Bij STRWL echter doet men dat wel. De frequentie F geeft de overeenstemmende frequentiefactor die in een tabel kan afgelezen worden. Bij het berekenen van FILI moet men erop letten dat men het maximum gewicht neemt, voor de STLI is dat het gemiddelde. Op basis van deze laatste maat worden dan de taken hernummerd van meest naar minst belastend.
Tot slot moet men in stap 3 de CLI berekenen. De Lift Index van de meest belastende deeltaak wordt dan telkens vermeerderd met een extra voor elke deeltaak. Om de samengestelde frequentiefactor van de hernummerde taken te kennen, telt men de frequenties (F) op. Voor een frequentie van 3 lifts per minuut, komt een Ff van 0,55 overeen. Uiteindelijk blijkt de samengestelde lift index 3,7 te bedragen. Dit is duidelijk meer dan de afzonderlijke taken en zal voor bijna alle werknemers tot overbelasting leiden. Bij nadere analyse blijkt dat het tillen van de dozen A en B op zich al te zwaar belastend was. De STLI is voor beide deeltaken meer dan 1.
Soorten tiltaken
De enkelvoudige NIOSH of de single task lift index is van toepassing bij een tiltaak waar de omstandigheden steeds gelijk zijn. Het object bevindt zich steeds op dezelfde positie op het begin en op het einde van het tillen en het gewicht is altijd gelijk. Van zodra er een variatie is in de positie of gewichten, spreekt men van een samengestelde tiltaak. Dan is de multi task NIOSH van toepassing of de composite lift index. Deze kan men gebruiken tot 10 verschillende situaties.
Een variabele tiltaak echter kent een grote variatie aan gewichten, hoogtes en afstanden. Een voorbeeld is het afstapelen van een pallet met 20 dozen waarbij telkens de begin- en eindpositie verschillend is. Hier kan men de samengestelde belasting van bepalen door middel van de variable lift index.
Variable lift index
De pallet met 20 dozen waarbij telkens de begin- en eindpositie varieert, levert 400 combinaties op. Het Excel blad om de composite lift index (CLI) te berekenen is echter beperkt tot 10 lijnen. Bij meer deeltaken is het berekenen van de samengestelde belasting immers niet meer nauwkeurig. Er is dus een oplossing nodig om de 400 deeltaken te reduceren tot 10.
In een eerste stap gaat men de 400 deeltaken reduceren tot maximaal 30 deeltaken. Daarvoor voert men een vereenvoudiging door bij de risicofactoren. Men neemt maximaal vijf gewichtscategorieën. De verticale hoogte is ofwel goed (51-125cm) ofwel slecht. De horizontale afstand kent nog drie zones: dichtbij (25-40cm), midden (41-50cm) en ver (51-60cm). De verticale verplaatsing en contactfactor zijn steeds constant. De rotatie kent men wel of niet toe per gewichtscategorie.
In een tweede stap zal men voor de nieuwe deeltaken de variable lift index berekenen. Daarvoor gaat men voor elke deeltaak eerst de FILI, frequency independent lift index, berekenen (frequentiefactor op 1 zetten). Daarna gaat men de FILI’s groeperen in een zes categorieën. Per FILI categorie telt men vervolgens alle tilhandelingen samen om de frequentie te kennen. Zo creëert men eigenlijk 6 verschillende deeltaken, waarbij men als FILI de gemiddelde waarde van een categorie neemt en de opgetelde frequentie. Voor deze nieuwe deeltaken kan men dan de composite lift index berekenen.
Deze methode is een praktische oplossing om toch de samengestelde tilbelasting te bepalen bij een grote variatie aan tiltaken. Ze dient wel nog gevalideerd te worden.
Bron: Waters TR, Putz-Anderson V, Garg A. 1994 Applications Manual For the Revised NIOSH Lifting Equation.