Het ontwerpen van gebruiksgoederen en werkplekken gebeurt op basis van de menselijke afmetingen. Het doel van deze studie was na te gaan hoe studenten productontwerpen omgaan met de bestaande antropometriemodellen en wat ze voor verbetering vatbaar zien. 433 studenten vulden een schriftelijke vragenlijst in. Resultaat zijn de DINBelg tabellen voor de Belgische populatie.
Hoe bepalen ontwerpers productmaten?
Tijdens het ontwerpproces wordt het rekenen met tabellen en het testen met proefpersonen het meest toegepast. Hier tegenover staan echter ook minder nauwkeurige methodes die ook regelmatig gebruikt worden: het schatten en het opmeten van een gelijkaardig product.
De gebruiksvriendelijkheid van de antropometrische data kan echter beter. Voor de Belgische bevolking bestonden er geen concrete gegevens. Daarom werd de DINBelg 2005 tabel samengesteld. Er was ook een uitgesproken vraag naar een internetsite waar alle data samengebracht worden met achtergrondinformatie en richtlijnen.
Methode | % |
Tabel met maten | 70 |
Schatten | 54 |
Opmeten gelijkaardig product | 51 |
Testen met mensen | 48 |
Boek met afbeeldingen en maten | 41 |
3D computermodellen | 22 |
Internet afzoeken | 21 |
2D tekensjablonen | 14 |
Andere: zichzelf meten | – |
DINBelg 2005 tabel
In de nieuwe antropometrietabel wordt een overzicht gegeven van de lichaamsafmetingen van volwassenen (18-65 jaar), ouderen (65-80 jaar) en kinderen. De percentielen P1, P5, P95 en P99 staan vermeld, wat heel wat rekenwerk uitspaart. Er worden ook functionele maten voor rolstoelers en algemene richtlijnen vanuit de architectuur gegeven. Alle data zijn ook makkelijk en gratis toegankelijk op de site www.dinbelg.be
Antropometriemodellen: tabellen – sjablonen – 3D computermodellen – Jack