Keuze zittend of staand werken

Zittend of staand werken

De keuze tussen zittend of staand werken hangt van de mobiliteit, gewichten en de duur van een taak. Statische taken met lichte gewichten zijn geschikt voor zittend werken. Staand werken leent zich voor dynamische taken en laat meer kracht toe. Langdurig eenzelfde houding is echter nooit goed. Afwisseling tussen zittend en staand werken blijft aan te bevelen. Voor licht werk kan dat door zit-sta werkplekken.

Staand werken

Een werkpost met veel beweging (mobiliteit), zwaardere stukken (> 3 kg) en grote reikafstanden (> 45 cm) wordt best ontworpen om staand aan te werken. Voorbeelden van taken met veel mobiliteit zijn bouwvakkers, auto-assemblage, orderpicking,… De omgeving is steeds wisselend zodat men zich regelmatig moet verplaatsen. De energetische belasting ligt een stuk hoger vergeleken met zittend werk. Andere voorbeelden zijn de tandarts, kapper, dokter,… Hier worden meerdere korte periodes van staan met elkaar afgewisseld. De statische belasting is hier hoger. Omdat de omgeving steeds verstelbaar is, kan een zadelstoel gebruikt worden om eens zittend en staand werken af te wisselen.

Met zwaar werk worden taken bedoeld waarbij veel kracht moet uitgeoefend worden. Meestal is dit het geval wanneer er getild moet worden. Vanaf gewichten van 3 kg spreekt men van tillen. Voorbeelden zijn het hanteren van een benzinetank of werken met gereedschappen. Schroeven, zagen, snijden,… vereisen ook krachten. Deze dient men in de eerste plaats zo laag mogelijk te houden door ophanging en/of aandrijving van de tools.

Werken met grote stukken vereisen grote reikafstanden. Bij de vleesverwerking van een varken, zal men moeilijk anders kunnen dan ver te reiken. Deze taak zal men best staand uitvoeren. Het snijden van gevogelte daarentegen zijn kleine stukken. Een zittende werkpost is hier op zijn plaats. Toch ontstaan er soms grote reikafstanden door de breedte van de transportband, waardoor de werkpost staand wordt ontworpen. Dit is niet juist. Daarom wordt de grootte van het werkstuk als criterium genomen en niet de reikafstand. Dat is een volgende ontwerprichtlijn. Wanneer een grote reikafstand toch niet vermeden kan worden, is men genoodzaakt voor een staande werkpost te kiezen, al mag dit niet meteen de eerste keuze zijn.

Bij het ontwerpen van een staande werkpost dient men rekening te houden met de tijdsduur. Ter plekke staan op de vierkante meter zou maximaal één uur continu mogen gebeuren en minder dan vier uur op dagbasis. Indien dit niet mogelijk is, kan men al rekening houden met jobrotatie. De andere preventiemaatregelen zoals stamatten, stasteunen, steunkousen,… zijn slechts hulpmiddelen op het reactieve niveau. In de ontwerpfase probeert men deze hulpmiddelen te vermijden.

Zittend werken

Licht werk op een vaste plaats met kleine werkstukken (< 45 cm) gebeurt best al zittend. Dit is het minst vermoeiend en belastend. Voorbeelden zijn allerlei precisietaken, kantoorwerk, het controleren/monteren van onderdelen, inpakken van lichte stukken (koekjes, ijsjes, pralines,…).

Een belangrijke voorwaarde om werk zittend te kunnen ontwerpen, is voldoende been- en voetenruimte. De werkhoogte is bij voorkeur verstelbaar, bij kantoortafels is dat zelfs een must. Soms is dit niet mogelijk zoals bij een transportband. De vaste hoogte wordt dan best op maat van de grootste gekozen. Wanneer deze voldoende vrije ruimte heeft voor de benen, dan is dat voor iedereen het geval. Het resultaat is alvast een hoog werkvlak. Om iedereen toch voldoende steun aan de voeten te geven, is een verstelbare voetensteun noodzakelijk. De werknemers zitten op een hoge stoel in een klassieke zithouding.

In productie gebeurt de aanvoer meestal op een transportband. De dikte van de band zorgt er vaak voor dat de operator niet met de benen onder het werkvlak kan zitten. De eerste betrachting in de ontwerpfase moet steeds zijn de dikte van de band kleiner dan 5 cm te houden. Wanneer de beenruimte niet gegarandeerd kan worden, kan een zadelstoel een uitkomst bieden. Een minimum vrije diepte van 45 cm voor de knieën blijft noodzakelijk. In verschillende beslissingsschema’s wordt de werkplek met stasteun als mogelijkheid opgenomen. Dat is in dit schema niet gebeurd, omdat de eerste keuze steeds moet zijn voldoende beenruimte te voorzien. In de ontwerpfase is veel mogelijk, mits de nodige inspanningen.

Een zittende werkplek is energetisch minder vermoeiend en geniet de voorkeur op staand werken. Door het veelvuldig zitten echter, ontstaat er ook een aandachtspunt van te weinig bewegen. Richtlijn is daarom om maximaal 75% van de dag (6 uur) zittend door te brengen, maximaal 1,5 uur zonder pauze en minimaal 3x/uur eens rechtstaan.

Zit-sta werkplek

Wanneer de hele dag licht werk wordt uitgevoerd (> 6 uur), dan is de zit-sta werkplek een uitkomst om het zittend of staand werken af te wisselen. Als voorbeelden gelden dezelfde taken als bij zittend werk. Het inpakken van ijsjes gebeurt aan een lopende band en biedt weinig mogelijk om eens recht te staan en rond te wandelen. De eerste keuze is taakroulatie met bijvoorbeeld het afstapelen van de volle dozen met ijsjes (staand werken). Wanneer de aard of organisatie van het werk niet toelaat dat er variatie is doorheen de dag, dan wordt beter een zit-sta werkplek ontworpen.

Met het pluspunt van afwisseling zou men geneigd zijn om bij licht werk steeds te opteren voor een zit-sta werkplek. Naar zitcomfort maakt dit immers weinig verschil. In productie is de grootste persoon maatgevend voor een zittende werkpost, waardoor iedereen reeds met een voetensteun moet werken. Bij een zit-sta werkplek zal deze enkel wat hoger komen. Toch kan men al staande minder nauwkeurig werken.

Soms wordt het vaak rechtstaan als criterium gekozen om voor een zit-sta werkplek te kiezen. Hier werd niet voor geopteerd omdat door de hoge zithoogte aan een staande werkpost het op en afstappen van de hoge stoel niet altijd even gemakkelijk is. Het is zelfs gemakkelijker van een zittende werkpost (op maat van de grootste).

Een zit-sta werkplek is niet nieuw binnen de kantoorergonomie. Wanneer meer dan 6 uur per dag effectief wordt gezeten en men niet regelmatig kan rechtstaan, geniet een zit-sta werkplek de voorkeur. Afwisseling tussen zittend en staand werken vereist wel een gedragsverandering van de beeldschermwerker, die men bij het ontwerp niet in de hand heeft.

Ontwerp: Ontwerprichtlijnenwerkhoogtereikafstandenbeen- en voetenruimtetilzonestillen vermijden
Staand werken: oplossingenrisicoanalysegezondheidsrisicostamattenstasteunzadelstoelvoetensteun