Met deze tips trekken en duwen kan je op een ergonomische manier werken:
- Spreidstand voorwaarts
- Gebruik twee handen
- Hou je rug recht
- Bouw de kracht langzaam op
- Zet je lichaamsgewicht in
- Zet kracht vanuit je benen
- Vermijd een gedraaide houding
- Vraag hulp aan collega
- Gebruik hulpmiddelen
- Duwen is beter dan trekken
1. Spreidstand voorwaarts
Rugvriendelijk trekken of duwen begint met een goede uitgangshouding. Met de ene voet een stap naar voor, sta je stabieler wanneer je een zware last in beweging moet krijgen. Met twee voeten langs elkaar sta je niet stabiel en kan iemand je gemakkelijk omver duwen. Sta je in een spreidstand voorwaarts, dan zal men je veel minder gemakkelijk uit evenwicht kunnen brengen.
2. Gebruik de twee (gestrekte) armen
Twee armen zijn sterker dan één. De rug en schouders worden op deze manier ook steeds symmetrisch belast. Om een zware last in beweging te krijgen, zal men vaak automatisch twee gestrekte armen gebruiken. Bij langere afstanden of lichtere gewichten echter bestaat de neiging om een transpallet met één arm achter zich aan te trekken of een poetskar langs opzij verder te duwen. Alle belasting komt op één schouder terecht en kan tot overbelasting leiden.
3. Hou de rug recht
Een rechte rug betekent bij het duwen dat het lichaam een gestrekte lijn maakt van de enkels tot de schouders. De natuurlijke houding van de rug blijft dan bewaard. De meeste kracht kan men leveren met de handen op schouderhoogte. Bij lichte lasten kan men ook op ellebooghoogte duwen en toch de rug recht houden. Tijdens het trekken begin je best met het aangezicht naar de last terwijl je de rug recht houdt. Eens in beweging kan men zich omdraaien.
4. Bouw de kracht langzaam op
Bij duw/trekkrachtmetingen ziet men de hoogste krachten wanneer je een last plots moet stoppen. Dit wordt gevolgd door het plots starten in één snelle beweging. De krachten liggen dubbel zo hoog bij snel starten ten opzichte van traag starten. Richtlijn is daarom de kracht op te bouwen over twee à drie seconden. Ook tijdens het rijden is langzaam trekken of duwen minder belastend dan snel rijden. Bij een korte helling neemt men uiteraard beter wel wat “aanloop”snelheid.
5. Zet je lichaamsgewicht in
Een ander voordeel van langzaam te starten tijdens het trekken of duwen, is dat men zijn eigen lichaamsgewicht kan laten inwerken. Dat is voor de gemiddeld Belg ongeveer 75 kg cadeau. De Belgen worden niet meer groter, maar wel zwaarder. Bij trekken en duwen heeft dan toch nog zijn voordeel. Bij het plots starten zal deze kracht geleverd worden vanuit de armen of de rug, waardoor deze onnodig belast worden. Soms is het ook interessant om met de hele rug tegen de last te gaan duwen.
6. Zet kracht vanuit de benen
Ook al wordt het hele lichaam ingezet bij trekken of duwen, de kracht zal op de grond uitgeoefend worden vanuit de benen. Een goede grip van de schoenen met de ondergrond is een eerste voorwaarde. Om te vermijden dat teveel vanuit de armen of rug gewerkt wordt, is de hoogte van het handvat bepalend. Trekken van zware lasten gebeurt best met de handen op heuphoogte. Men kan dan wat door de benen buigen en het lichaamsgewicht laten inwerken. Bij het duwen van zware lasten staan je handen best op schouderhoogte zodat je met een gestrekt lichaam kan werken.
7. Vermijd een gedraaide houding
Een gedraaide rug komt meer voor dan men denkt: twee karren tegelijk duwen/trekken, een kar langs opzij voortduwen, een transpallet met één hand achter zich aan trekken. Om een gedraaide rug te vermijden sta je dus best volledig voor of achter de kar. Dit komt vaak neer op de tip om beide handen te gebruiken. Onthou ook dat men aan de kant van de losse wielen steeds minder kracht moet leveren.
8. Vraag hulp aan een collega
De startkrachten liggen steeds hoger dan de volhoudkrachten. Om een kar in beweging te brengen is meer kracht nodig dan tijdens het rijden zelf. Een oplossing om de piekkracht tijdens het starten op te vangen, is hulp vragen aan een collega. Met een kar of transpallet kan deze mee helpen duwen. Wanneer deze situatie echter meerdere keren per dag voorkomt, moet gedacht worden aan hulpmiddelen.
9. Gebruik hulpmiddelen
Wanneer de gemeten duw/trekkrachten te hoog zijn, dient men te zoeken naar aandrijving. Bij een slechte ondergrond, een helling op de looproute of te zware lasten,… kan het manueel trekken of duwen niet op een aanvaardbare manier uitgevoerd worden. Een elektrische aandrijving zoals een elektrotrekker of een elektrische transpallet ligt dan voor de hand.
10. Duwen is beter dan trekken
Duwen is beter dan trekken. Men kan beter het eigen lichaamsgewicht inzetten en de schouders worden minder belast. Duwen is ook minder vermoeiend over langere afstanden. Toch zijn er ook nadelen aan duwen: het plots stoppen is gevaarlijker en men heeft minder zicht waar men rijdt. Sommige hulpmiddelen zijn daarom ontworpen om te trekken: transpallet, patiëntenlift, …
* Tips: tillen – trekken en duwen – bureaustoel – autozetel – vrachtwagenzetel
* Trekken/duwen: risicoanalyse – oplossingen – ontwerprichtlijnen – dynamometer