Tekensjablonen kunnen het best gezien worden als de mens op schaal in 2D, vanuit verschillende aanzichten. Voorbeelden zijn de BOSCH sjablonen (schaal 1:10) naar DIN 33416, de maattekeningen van Dreyfuss en de Kieler poppen. Het zijn nuttige hulpmiddelen bij het ontwerpen of verbeteren van werkplaatsen en producten. Met deze sjablonen kunnen alle standen van het menselijk lichaam getekend worden door ze te laten bewegen in de aangeduide scharnierpunten. Bovendien zijn op de sjablonen de maximale draaihoeken en het gezichtsveld aangegeven.

De functie van deze sjabloontekeningen zijn eerder ter illustratie. Er wordt een beeld gegeven van het product in relatie tot de mens. Tekortkomingen zoals te weinig beenruimte in een stadsbus of een beperkt gezichtsveld in een bioscoopzaal kunnen zo snel gedetecteerd worden. De referentiepersonen zijn meestal de grote man en kleine vrouw.
In theorie zouden uit deze tekeningen exacte afmetingen kunnen afgeleid worden. Toch zijn er enkele bedenkingen… In de eerste plaats zijn de sjablonen fictieve voorstellingen van de mens. De persoon met alle lichaamsmaten gelijk aan P95, P50 of P5 bestaat niet. Soms moeten percentielen gecombineerd worden, bijvoorbeeld P95 benen en P5 armen bij het bepalen van de stuurpositie in een gocart. De bewegingen van het lichaam zijn noodzakelijkerwijs ook sterk vereenvoudigd door de scharnieren. Vermits we rekenen met Belgische lichaamsmaten, zal dit ook niet helemaal overeenkomen met de afmetingen van de Duitse tekensjablonen.

* BOSCH sjablonen:
grote man (1m87)
grote vrouw (1m76)
kleine man (1m66)
kleine vrouw (1m54)
* Tiley AR, Dreyfuss HA. 2002 The measure of man and woman: human factors in design, revised edition. New York: Wiley, 104p. ISBN: 978-0-471-09955-0
Antropometrie: tabellen – sjablonen – 3D computermodellen – Jack