DINBelg tabel

Rekenen met antropometrietabellen

Antropometrietabellen geven een overzicht van lichaamsafmetingen van een bevolking. Voor België is dat de DINBelg tabel. Deze beschrijft de gemiddelde afmetingen, de laagste en hoogste percentielen en de standaarddeviatie. Hiermee kan men de juiste maat van een product berekenen. Daarvoor moet men steeds drie stappen doorlopen.

Stap 1: Bepaal de relevante lichaamsmaat

De hoogte van een deur, de grootte van een schoen, de breedte van een stoel,… steeds zal een specifieke lichaamsmaat maatgevend zijn. Om de bovenste legger van een rek in de bibliotheek te bepalen, zal de verticale reikhoogte relevant zijn. Om te weten of iemand zich zal moeten bukken, kan men zich baseren op de vuisthoogte. Werken gebeurt dan weer rond de ellebooghoogte en zitten rond knieholtehoogte.

Stap 2. Kies een percentiel

Na het bepalen van de lichaamsmaat, moet men een percentiel kiezen zodat een product of ruimte voor zoveel mogelijk gebruikers comfortabel is. Daarvoor kijkt men eerst naar de extremen, het hoger of lager percentiel.

Om alle mensen voldoende ruimte te geven, kiest men voor de grootste maat. Wanneer de man met de langste bil-knieschijfdiepte voldoende beenruimte heeft in de bioscoop, dan is dat voor iedereen het geval. Speelt het reiken een rol zoals bij de hoogte van een winkelrek of de diepte van het aanrecht, dan zal de kleine persoon de referentie vormen. Als deze overal aankan, dan is dat zeker het geval voor wie groter is.

Wanneer de voor- en de nadelen van beide extremen ongeveer gelijk zijn, kan men een gemiddelde oplossing overwegen. De hoogte van een deurklink, lichtschakelaar, horizontale duwbaar,… wordt zo gebaseerd op de gemiddelde maat.

Vaak zal één vaste maat echter niet volstaan en kiest men beter voor productvarianten of verstelbaarheden. Schoenen en kleding zijn in verschillende maten verkrijgbaar, alsook schoolmeubilair, baliehoogtes en computermuizen. Een bureaustoel daarentegen is verstelbaar om zowel voor de grootste als de kleinste gebruiker te passen.

Toch moet men zich steeds bewust zijn van de uitersten die men uitsluit. Een ontwerper moet elke relevante lichaamsmaat en gekozen percentiel kunnen verantwoorden. De afmetingen van mensen in een rolstoel, kinderen of oudere mensen kunnen bijvoorbeeld verschillen van de afmetingen van volwassenen. In een openbare ruimte zijn ze echter evenwaardige gebruikers.

Stap 3. Toeslagen en marges

De waarden in de antropometrietabellen moeten soms vermeerderd of verminderd worden. Voor schoenen wordt een toeslag van 3 cm gerekend. Ook moet er steeds rekening gehouden worden de aard van de activiteiten die men uitvoert of met de hoogte van werkstukken zoals een toetsenbord of strijkijzer. In functie van het soort werk gelden volgende richtlijnen voor staand werk:

Werkhoogte
www.dinbelg.be

Voorbeeld: hoogte van een strijkplank.

In de eerste stap kiest men de relevante lichaamsmaat uit de antropometrietabellen. Strijken zal ongeveer ter hoogte van de ellebogen gebeuren, dus ellebooghoogte.

Vervolgens vraagt men zich af wie de referentiepersoon is voor een strijktafel. Neemt men de kleinste maat, dan zal iedereen moeten vooroverbuigen in de rug, neemt men de grootste maat, dan strijkt iedereen met geheven armen of opgetrokken schouders. Door het gemiddelde te kiezen kan men beide klachten verdelen, maar de beste oplossing is toch te kiezen voor een verstelbare tafel, van de P1 kleinste tot P99 grootste maat.

In stap drie worden nog toeslagen en marges bijgeteld. De staande ellebooghoogte moet vermeerderd worden met 3 cm voor de schoenzool. Strijken is een taak die matige kracht en matige precisie vereist, dus gebeurt deze activiteit met de handen 10 cm onder de ellebogen. Om de effectieve tafelhoogte te kennen, moet ook nog de hoogte van het strijkijzer 12 cm in rekening genomen worden. De hoogte van de strijktafel wordt dus als volgt berekend:

  • Ellebooghoogte (P1-P99) + 3cm schoenzool – 10 cm werkhoogte – 12 cm werkstuk
  • P1: 95cm (zie tabel) + 3cm – 10cm – 12cm = 76cm
  • P99: 1m24 (zie tabel) + 3cm – 10cm – 12cm = 105cm

Een strijktafel is dus best verstelbaar tussen 76 en 105 cm om staand te kunnen strijken. Wil men ook zittend strijken, dan moet men uitgaan van de knieholtehoogte en zittende ellebooghoogte.

Werkhoogte strijken

Antropometriemodellen: tabellensjablonen3D computermodellenJack