Kantoorruimte: NEN 1824 (2010)
Deze Nederlandse norm rekent 4m² voor een basiswerkplek. Dit wordt vermeerderd voor het werken met een flatscreen, een schrijfvlak en een kast. Een standaard opstelling komt zo uit op 7m² voor één persoon. Andere schikkingen zoals in een landschapskantoor kunnen berekend worden… Het is evident dat de ergonoom mee betrokken wordt in de ontwerpplannen en de architect deze eisen opneemt in het lastenboek. NEN 1824
Bureaustoel: NBN-EN 1335-1 (2000)
Een standaard bureaustoel moet “ergonomisch” zijn. Hiervoor wordt als minimum de Europese norm rond bureaustoelen vooropgesteld. Deze beschrijft dynamische bureaustoelen met verstelbare zithoogte, zitidiepte en lage rugsteun. Voor grote mensen of mensen met specifieke rugklachten kan een bureaustoel aangeraden worden die beantwoordt aan de NPR 1813 (2004). Deze Nederlandse praktijkrichtlijn is nog strenger, maar ook correcter. NBN-EN 1335 en NPR 1813
Computertafel: EN 527 (2011)
De ergonomie schrijft een standaard tafel voor die in hoogte regelbaar, zodat iedereen op een gepaste hoogte kan werken. Volgens de Europese norm, EN 527, is een computertafel dan best verstelbaar tussen 65 en 85 cm. Ook de been- en voetenruimte wordt beschreven, wat neerkomt dat de ruimte onder de tafel zo open mogelijk dient te zijn. EN 527
Beeldscherm: TCO 5.0
Een hoogteverstelbare flatscreen draagt bij tot een goede werkhouding. Een anti-reflectiefilm biedt ook meer vrijheid bij de opstelling van de bureaus. TCO is een kwaliteitslabel op vlak van ergonomie, emissie, energie en ecologie. De kwalitatieve eisen op vlak van visuele ergonomie worden strikt omschreven in TCO’03 of de opvolger TCO 5.0. TCO 5.0
Toetsenbord en muis: Codex VIII-2 Beeldschermen
Een toetsenbord wordt best zo dun mogelijk gekozen. De voorkeur gaat uit naar een witte kleur met donkere letters. De wetgeving zegt enkel dat de symbolen voldoende contrastrijk en leesbaar moeten zijn. Het oppervlak van het toetsenbord moet mat zijn. Standaard voldoet een gewone muis. Wanneer heel de computerwerkplek correct is ingericht en mensen nog specifieke klachten hebben, kan getest worden met alternatieve toetsenborden en muizen. Codex VIII-2 Beeldschermen
Voetensteun: DIN 4556
Met een verstelbare bureaustoel en computertafel zou een voetensteun overbodig zijn. Bij een niet-verstelbare tafel is een voetensteun wel aangewezen voor de kleinere mensen. De DIN 4556 norm omschrijft een aantal eisen, die een voldoende groot steunoppervlak, helling en verstelbaarheid verzekeren. Het is aan de preventieadviseur om te bepalen wie een voetensteun nodig heeft. DIN 4556
Documenthouder
Voor sommige beroepen waarbij veel tekst of data worden overgetypt, kan een documenthouder de werkhouding duidelijk positief beïnvloeden. Omdat een documenthouder niet voor alle soort werk praktisch bruikbaar is, wordt deze best eerst uitgeprobeerd. Vraag dus steeds een documenthouder op proef vooraleer over te gaan tot een aankoop. Documenthouder
Laptophouder: Codex VIII-2 Beeldschermen
Laptops komen ook vaak voor op computerwerkplekken waar langdurig gewerkt wordt. Volgens de wet echter moeten scherm en toetsenbord los staan van elkaar. Wanneer het scherm van de laptop 15 inch of groter is, is een hoogteverstelbare laptopsteun met documenthouder standaard nodig. Met een kleiner scherm is het beter te werken met een extern scherm. Laptophouder
Verlichting: NBN-EN 12464-1 (2011)
De kwantiteit en de kwaliteit van het licht op een werkplek binnen wordt geregeld door deze Europese norm. Meerdere armaturen zorgen voor een betere lichtverdeling en een periodiek onderhoud van de lampen vermijdt onaangename flikker. Om de helderheid van het buitenlicht te dimmen of de zon buiten te houden is helderheids- of zonnewering op elke bureau standaard aangewezen. NBN-EN 12464-1
Klimaat: ISO 7730
In het KB Thermische Omgevingsfactoren (2012) wordt voor de comfortgrenzen verwezen naar de ISO 7730 norm. In de zomer is een comfortabele temperatuur tussen 23 en 26°C met een luchtsnelheid van maximaal 0,25 m/s, in de winter is dat 20 tot 24°C en 0,15 m/s. Natuurlijke ventilatie via kipvensters, deuren en ademende bakstenen winnen opnieuw terrein op de kunstmatige ventilatiesystemen en airco’s. NBN-EN ISO 7730