Deze NEN spec kantoorwerkplekken geeft ergonomische eisen voor de oppervlakte en inrichting van kantoorruimtes. Doel daarbij is de besmettingskans door COVID-19 te reduceren. De criteria zijn een tijdelijke aanvulling op de bestaande norm rond kantoorinrichting, NEN1824. De vereiste oppervlaktes en doorgangen van kantoorwerkplekken worden echter verruimd om te voldoen aan het 1,5 meter kantoor.
Kantooroppervlakte
Een kantoorruimte is opgebouwd uit verschillende elementen. Om de vrije ruimte van 1,5 meter rondom elke bureelwerker mogelijk te maken, is er extra persoonlijke ruimte per persoon nodig. Voor werkplekken met passage schrijft de tijdelijke norm dan 7 m² per persoon voor. Wanneer men opteert voor naburige lege werkplekken of scheidingswanden, dan is 6 m² vereist.
Effectieve maatregelen zijn werkplekken leeg te laten of scheidingswanden te voorzien. Daarbij voorziet men best slechts evenveel bureaustoelen als er werkplekken zijn toegelaten. De werkplekken maakt men bovendien visueel duidelijk.

Scheidingswanden
Scheidingswanden tussen de werkplekken schermen de volledige breedte of diepte van de tafel af. Ze dienen opzij echter ook minstens 60 cm voor de tafel uit te komen om zo de aanzittende medewerker af te schermen. De minimum hoogte is 80 cm boven het tafeloppervlak, bij zit-stawerkplekken zelfs 115 cm.
Wanden die looproutes afbakenen, dienen minimum 195 cm hoog te zijn. Bij de keuze van het materiaal heeft transparantie de voorkeur met aandacht voor galm en verblinding.
Doorgangen
De breedte van de doorgangen bedraagt 90 cm per persoon. Bij tweerichtingsverkeer is dan een doorgang van 1m80 het minimum op voorwaarde dat men scheidingswanden voorziet. Daarzonder is een doorgang van 1,5 meter per persoon nodig, dus minstens 3m. Een looproute langs een basiswerkplek vraagt een minimale breedte van 2m10.
De vrije ruimte achter een individuele werkplek is minimaal 90 cm. Wanneer andere mensen achter deze werkplek kunnen passeren, is 2m70 nodig. Dat geldt ook voor twee werkplekken naast elkaar. De collega moet steeds kunnen passeren met inachtneming van de afstand van 1,5 meter. Wanneer medewerkers rug aan rug werken en er is passage tussen de werkplekken mogelijk, dan dient de vrije ruimte minimaal 4m80 te zijn. Dit is 90 cm per bureelwerker en 1m50 per persoon die passeert.

Omgeving
Voor de fysische omgevingsfactoren blijft de geldende wetgeving van kracht. Voor een invulling hiervan wordt verwezen naar internationale normen.
- Thermisch binnenklimaat: ISO7730
- Daglicht: EN12464
- Hinderlijk geluid: NPR3438 en ISO9926
- Luchtverversing: ventilatievoud van minimum 2 tot 4, ramen openen
Beschikbaarheid desinfecterende middelen
De plaatsen op kantoor waar meerdere mensen samenkomen, dienen voorzien te zijn van desinfecterende middelen: printer, vergaderzaal, flexwerkplek, pauzeruimte, toilet,… Bij een flexwerkplek en vergaderzaal reinigt men dan bij aankomst en bij vertrek de ruimte. Om ook voldoende frisse lucht binnen te laten, laat men de deur van de vergaderzaal na de vergadering best open.
Visueel maken 1,5 meter kantoor
Het onderscheid tussen werkplekken en looproutes maakt men visueel best duidelijk. Ook aan de printer, aan de wachtrij van de catering of aan de receptie dient een afbakening te zijn van 1,5 meter.
Een goede communicatie van de regels en de uitleg waarom is belangrijk. Visuele ondersteuning stimuleert mee het gewenste gedrag. Ook toezicht op naleving van de regels is nodig om het minder vrijblijvend te maken.