Ergonomisch slapen is met de rug in zijn natuurlijke houding. Dit betekent dat in zijlig de wervelkolom een rechte lijn vertoont met het hoofd in het verlengde van het lichaam. In ruglig moeten de drie krommingen ondersteund worden, vooral de holle vorm in de lage rug. Een goed hoofdkussen is vervolgens nodig om de de nek te ondersteunen. Ergonomisch slapen zorgt ervoor dat de lichaam en geest maximaal kunnen herstellen tijdens de slaap. Daarvoor moet de ondersteuning van de rug vanuit het slaapsysteem komen.
Drie functies van een bed
In de eerste plaats dient een goed bed de rug te ondersteunen. Dat gebeurt via verschillende zones in de matras of lattenbodem. Deze zones zijn aangepast aan de lichaamsbouw van de slaper om zo een natuurlijke houding van de rug mogelijk te maken. Bij een ondersteunende matras zijn dat pocketveren, bij de lattenbodem kan men de hoogte of druk van de latten instellen.
Comfortabel slapen vereist daarnaast ook een goede drukverdeling. De druk op de huid wordt dan gelijkmatig verdeeld, wat de slaapkwaliteit ten goede komt. Een materiaal zoals latex voelt bijvoorbeeld zacht aan. Toch staat dit niet gelijk aan zacht slapen, het gaat immers over de laag boven de ondersteunende laag.
Tot slot is het slaapklimaat belangrijk. Tijdens de nacht transpireert men immers en is er vochtverlies. De hoes van de matras dient dit makkelijk op te nemen en af te voeren zodat men niet gaat zweten. Dat gebeurt best via een natuurlijk materiaal zoals wol. Synthetische materialen doen dit minder, al worden ze soms ingezet bij allergieën.
Aangepast aan lichaamsbouw slaper
Ergonomisch slapen betekent dus dat een bed aangepast is aan de lichaamsbouw van de slaper. De schouders vormen het breedste punt van het lichaam en moeten voldoende kunnen wegzinken in het slaapsysteem. Aan de schouders is een zachtere zone aangewezen. Het meeste gewicht situeert zich ter hoogte van het bekken. Dat moet ondersteund worden om een hangmateffect te vermijden. De taille is het smalste punt van het lichaam. Een hardere zone kan deze extra steun bieden. In deze filosofie heeft een slaapsysteem instelbare zones voor elke individuele lichaamsbouw.
Matras of lattenbodem?
Deze ondersteuning moet ofwel vanuit de bedbodem ofwel vanuit de matras komen. Dit maakt dat niet elke combinatie zomaar aangewezen is. Wanneer een lattenbodem met zones de wervelkolom ondersteunt, dient deze gecombineerd te worden met een voldoende zachte matras om deze werking optimaal door te geven. Een latex matras is hiervoor is het meest aangewezen omwille van zijn soepelheid en duurzaamheid. Een dikke matras zou het voordeel van een lattenbodem volledig teniet doen. Een koudschuim matras zou ook kunnen, alleen zijn ze minder duurzaam in zachte densiteiten. Ook het slaapklimaat is iets minder.
Wanneer de ondersteuning vanuit de matras, is dat een pocketverenmatras. Deze ondersteunt het lichaam doordat de dikte van de veren verschilt per zone. Op die manier creëert men zachtere en hardere zones in de matras. Deze bestaan bovendien in verschillende hardheden in functie van het lichaamsgewicht. Bovenop de veren ligt een laag latex, viscoschuim, mousse,… als drukverdelende laag. Deze bepalen vooral het ervaren slaapcomfort. Er bestaan ook matrassen die individueel kunnen samengesteld worden. Om de veren optimaal te laten ondersteunen dient de bodem of matrasdrager vooral een stevig steunvlak te geven. Dat kan een spiraalveerbodem of boxspring zijn. Soms heeft een boxspring ook een zachte schouderzone, maar dit alleen ondersteunt te weinig.
Lees ook: