Het uitbouwen van een ergonomiecultuur gebeurt niet van vandaag op morgen. Er bestaat ook geen éénduidig recept omdat de organisatiecultuur van ondernemingen verschilt in maturiteit op vlak van ergonomie. De cultuurladder van Hudson bestaat uit vijf treden: pathologisch, reactief, calculatief, proactief en vooruitstrevend. Deze kan men herkennen aan het gedrag van zowel werknemers als werkgevers. De eerste stap is te ontdekken waar men staat op de ladder en daaruit blijkt de logische volgende stap.
Pathologische niveau
De laagste trede van een ergonomiecultuur is het ontkennende of pathologische niveau. De werkgever is dan niet echt geïnteresseerd in ergonomie. De medewerkers zijn ook niet op de hoogte van een goede werkmethode of ze staan er niet voor open. Zwaar werk is eigen aan de job, ergonomie is voor mietjes, ik heb er geen tijd voor,… allemaal typische reacties op het pathologische niveau.
Wanneer iemand zich overbelast tijdens het tillen en thuis blijft met rugpijn, zoekt men niet naar een oorzaak of legt men deze bij de werknemer zelf. Deze had wat beter op zijn houding moeten letten of er wordt een opleiding georganiseerd om een correcte tiltechniek aan te leren. De werkomstandigheden (frequentie, gewicht, hoogte, grip van de last, enz…) worden niet in vraag gesteld of niet aangepast.
Reactieve niveau
In vele bedrijven situeert ergonomie zich op het reactieve niveau. Wanneer er overbelastingsklachten optreden gaat men de werkomstandigheden bekijken en zoeken naar oplossingen. Het initiatief ligt vooral bij de werkgever die in functie van tijd en geld al dan niet investeert in verbeteringen. Eigenlijk is het kwaad dan reeds geschiedt. De werknemers zelf kennen en kunnen de gepaste werkmethode, maar passen deze toe zoals het hen uitkomt.
De analyse van de werkplek gebeurt meestal door externen, die de ergonomische risico’s inventariseren en evalueren. Bij voorkeur gebeurt dit participatief en oplossingsgericht, wat wil zeggen dat de werknemers mee betrokken worden in het proces van analyseren en aanreiken van oplossingen. Ze zijn tenslotte de experts van de job.
Calculatieve niveau
Internationale bedrijven leggen vaak het uitwerken van een managementsysteem ergonomie op. De werkgever voert een systematiek van ontwerpcriteria, risicoanalyses en opleidingen in. Men screent dan bijvoorbeeld alle werkposten preventief op ergonomische risico’s en vervolgens evalueert men deze met eenzelfde methode. Op die manier brengt men de fysieke belasting van alle taken in kaart en op basis daarvan stelt men een actieplan voor met oplossingen en verbeteringen.
Ergonomie wordt op dit calculatieve of berekende niveau verankerd in procedures en systemen, maar leeft daarom nog niet echt op de werkvloer. De werkgever laat de analyses in de eerste plaats uitvoeren omdat het moet of omdat de wetgeving het vraagt. De werknemers verlenen binnen de participatieve aanpak hun medewerking omdat het hen gevraagd wordt, maar gaan zelf nog niet actief nadenken of op zoek naar ergonomische risico’s.
Proactieve niveau
Een proactieve ergonomiecultuur veronderstelt dat de preventieve risicoanalyses gaan leven op de werkvloer. Het wordt een tweerichtingsverkeer tussen werknemer en leidinggevende. De medewerker herkent zelf de ergonomische risicofactoren en past de ergonomische werkmethodes toe. De werkgever van zijn kant neemt preventieve maatregelen op in een actieplan omdat hij overtuigd is van de baten.
Deze bedrijven hebben ergonomie hoog op de agenda staan en zijn zich bewust van het belang van preventie. De medewerkers kijken met een ergonomische bril en melden spontaan knelpunten. Er zijn statistieken voorhanden om kosten en baten in te schatten. Kosten-batenanalyses dienen om investeringen te verantwoorden.
Vooruitstrevende niveau
De hoogste vorm van een ergonomiecultuur is het vooruitstrevende niveau. Ergonomie maakt dan deel uit van de missie en visie van het bedrijf. Op alle niveaus is men zich bewust van ergonomie. In het kader van duurzaam ondernemen stellen veel bedrijven bijvoorbeeld gezondheid voorop. Dit is een goede kapstok om ergonomie aan op te hangen.
Ergonomie is niet meer een zaak van de preventiedienst alleen. De aankopers maken de reflex om vooraf advies in te winnen of deze info is reeds opgenomen in een lastenboek. De ontwerpers van de werkposten zijn opgeleid in ergonomie en trachten efficiënte en gezondheid hand in hand te laten gaan. HRM is actief betrokken op vlak van ziekteverzuim en re-integratie. Ergonomie is geen strijd meer, het is evident geworden.
Hoe scoort de ergonomiecultuur in België?
Elk bedrijf kan voor zichzelf uitmaken op welk niveau ze zich bevinden. Dit maakt dan duidelijk welke volgende stap men kan zetten om verder te evolueren op de cultuurladder. Opleidingen zijn goed ingeburgerd in België. Wanneer er verder niets gebeurt, zit men op het ontkennende niveau. Het aantal ergonomische verbeteringsprojecten lijkt de laatste jaren toe te nemen. Men stelt een knelpunt vast en is bereid er iets aan te doen, dat is het reactieve niveau.
Een beperkt aantal bedrijven heeft een managementsysteem ergonomie opgezet, meestal in het kader van het behalen van een certificaat zoals ISO 45001. Dit begint veelal omdat het opgelegd is (calculatieve niveau), maar na een aantal jaren volhouden wordt de meerwaarde toch duidelijk. Ergonomie begint dan te leven op de werkvloer en wordt een zaak van werknemer en werkgever. Dit proactieve niveau is aanwezig bij de happy few in België. Het geïntegreerde niveau of een echte ergonomiecultuur is een mooi streefdoel, hoewel sommige elementen toch al in realiteit terug te vinden zijn.
Lees ook: ergonomiecultuur – ergonomiebeleid – ergonomiebeleid industrie – ergonomiebeleid kantoor – ergonomiebeleid zorg.