Chronische lage rugpijn is rugpijn waarbij de medewerker meer dan drie maanden last heeft. De oorzaken zijn veelzijdig, dit artikel kijkt naar het verband met de werkgebonden factoren. De top drie factoren zijn dan tillen en dragen, werken in ongunstige houdingen en trillingen. Een combinatie van ergonomische risico’s was echter de sterkste voorspeller.
Tillen
Hoe meer men moet tillen op het werk, hoe groter de kans op chronische lage rugpijn. Dit wordt veelal uitgedrukt in het gewicht of tonnage dat men moet tillen per dag of per jaar. Meer dan 15x per dag meer dan 25kg tillen, is zo sterk geassocieerd met chronische lage rugpijn. Dit is dus onafhankelijk van de houding. Een terugkeer naar het werk is in deze jobs vrijwel niet mogelijk na een periode van chronische lage rugpijn. De enige oplossing is het manueel tillen verminderen en piekbelastingen uitsluiten.
Ongunstige houdingen
Voor chronische lage rugpijn is er ook een verband met het werken met een sterk gebogen rug. Meer dan 5% van de dag de rug meer dan 60° moeten buigen, is zo gerelateerd aan meer chronische lage rugpijn. Bij statische houdingen is een buiging van meer dan 30° al voldoende om toch langdurige klachten te geven. De power zone om in te werken is met de handen tussen 90 en 105cm, of tussen vuist- en ellebooghoogte. Een minimum hoogte om sterk voorover buigen in de rug te verminderen, is 45cm.
Trillingen
Globale lichaamstrillingen die via het zitvlak rechtstreeks op de rug inwerken, kunnen door de jaren heen rugschade bezorgen. Deze belasting bouwt men dus op doorheen de carrière. De relatie met chronische lage rugpijn is er, maar minder sterk dan bij tillen en ongunstige houdingen. Het verbeteren van de ondergrond is de meest effectieve maatregel. Luchtgeveerde zetels komen in de tweede lijn. De wetgeving stelt hier dat de trillingdosis over 8 uren minder dan 0,5 m/s² moet zijn. Daarboven dient men actie te ondernemen.
Staan en wandelen
Staand werken en wandelen vertoonden geen betekenisvolle relatie met het ontwikkelen van chronische lage rugpijn. Reden hiervoor is misschien dat men deze twee groepen samen neemt. Staand werken op een beperkte ruimte, is wel gerelateerd aan lage rugklachten. De nadelige gevolgen van wandelen zijn eerder cardiovasculair door het gebrek aan herstelmomenten. Dat is minder gerelateerd aan rugpijn.
Zitten
Zitten gebeurt in vele beroepen, denk aan kantoorjobs of chauffeurs. Toch vertoont het aantal uren zitten geen verband met chronische lage rugpijn. Deze relatie is ook moeilijk aan te tonen. Mensen die weinig zitten op het werk, hebben immers vaak een fysieke job en dus zeker niet minder kans op rugklachten.
Gecombineerde ergonomische risico’s
Medewerkers die blootgesteld zijn aan twee of drie ergonomische risico’s tegelijk, vertonen een sterk verband met het ontwikkelen van chronische lage rugpijn. Het gaat dus over een combinatie van factoren uit het volgende lijstje: tillen, trekken en duwen, repetitief werken, verplaatsen van personen, staand werken, zittend werken, geknield werken, werken in ongunstige houdingen, werken in ongunstige omgevingsfactoren en vermoeiend werken. In fysieke jobs is een dergelijke combinatie de standaard. De enige oplossing is hier inzetten op ergonomie bij het ontwerpen van nieuwe werkpost of een nieuwe werkorganisatie.
* Bron:
Jahn ea 2023. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0285327